Gisteren was het precies twee jaar geleden dat mijn lieve Juup overleed. Juup was mijn meest kostbare bezit, mijn beste vriend en alles wat veel mensen nooit zullen begrijpen. Juup heeft me zoveel geleerd en zoveel liefde gegeven, daar kunnen de meeste mensen niet eens aan tippen. Wanneer ik dit probeer uit te leggen ervaar ik altijd veel onbegrip. Mensen kunnen of willen niet begrijpen hoe belangrijk een dier voor iemand kan zijn. Zelfs nu ik deze blogpost schrijf, ben ik me bewust van alle omhooggetrokken wenkbrauwen en ronddraaiende ogen.
Er was dan ook een punt waarop ik besloten heb om het gewoon niet meer uit te leggen. Ik zeg er gewoon niet meer zoveel over, ook uit respect voor Juup. Mensen hoeven hem niet steeds kleiner te maken dan hoe groot hij voor mij was.
In mijn beleving zou Juup minimaal veertien jaar oud worden. Want zo oud worden teckels nou eenmaal. Hij zou met mijn kinderen door de achtertuin rennen en nog jaren naast me op de bank liggen. Hij zou er zijn op mijn bruiloft. Dat is wat ik altijd dacht (en hoopte). Dat mocht helaas niet zo zijn.
Dan neem je toch gewoon een nieuwe
Nog niet zolang geleden kwam ik op Instagram een bericht tegen over het boek ‘Dan neem je toch gewoon een nieuwe’, geschreven door Antoinnette Scheulderman. Ik wist meteen dat ik het boek wilde lezen, al was ik ook heel bang dat ik het niet zou kunnen lezen. Toen ik het boek eenmaal gekocht had, merkte ik dat ik het lezen steeds aan het uitstellen was. Het duurde echt een aantal dagen voordat ik begon, maar uiteindelijk heb ik het boek in één keer uitgelezen.
Achteraf gezien ben ik zo blij dat ik dit boek heb gelezen en ik kan iedereen aanraden om dit ook te doen. Niet alleen wanneer je zelf een dierbaar (huis)dier bent verloren, maar ook wanneer je niet begrijpt hoe mensen zoveel verdriet kunnen hebben door het verlies van een huisdier.
Het boek beschrijft hoe het verlies van Bubbels – toevallig ook een teckel – het leven van Antoinette heeft beïnvloed. Hoeveel onbegrip zij kreeg en hoe ze vervolgens op het idee kwam om een boek te schrijven. Er zijn namelijk amper boeken over dit onderwerp, terwijl er toch zoveel mensen mee te maken krijgen. Het is een heel volledig boek, met informatie over alle aspecten waar je mee te maken krijgt wanneer je huisdier sterft.
In verschillende hoofdstukken vertellen een aantal BN-ers over de band die zij met hun (overleden) huisdier hebben of hadden. Heel mooi om te lezen en vooral ook zo fijn om te weten dat ik niet de enige ben die zoveel verdriet heeft (gehad) om mijn overleden hondje. Mijn monster op vier poten. Mijn onderbroek-stelende, eigenwijze, flapdrol. Bang om alleen gelaten te worden en vooral bang om geen koekje te krijgen. Met zijn zachte oortjes en natte neus.
Rattengif
Dat iemand mijn hondje besloot te vergiftigen is één van de ergste dingen die mij ooit is overkomen. Ik zal nooit vergeten hoe hij krijsend op de bank lag. Dat we bij een verkeerde dierenarts terecht kwamen (lees: de enige die in de nacht beschikbaar was). Dat we in de kou op straat stonden, met een doorweekt en doodziek hondje. Alles zat onder het bloed. Juup, mijn jas, mijn nieuwe kersttrui, mijn handen, mijn telefoon. Hoe vreselijk dat stonk, maar dat ik Juup toch wilde vasthouden en knuffelen. Dat de dierenarts beweerde dat het een hersenbloeding was, ons peperdure oogdruppels aansmeerde en Juup volstopte met pijnstillers. Toen deze thuis uitgewerkt waren, begon Juup te krijsen.
Hij stopte iedere twee minuten plotseling met ademhalen. Dus iedere twee minuten kreeg ik de schrik van mijn leven. Telkens wanneer ik dan mijn neus in zijn warme nek stak, nam hij een hap lucht en begon weer te ademen. Het was net alsof ik hem weer activeerde door dat te doen. En ondanks dat ik wist dat hij daarom misschien steeds weer opnieuw begon te ademen, kon ik het niet laten om het toch te doen. Want ik wilde dat hij wist dat ik er was, want Juup was ook altijd bij mij wanneer het niet goed was. En ik wilde helemaal niet dat hij dood ging. Het was de langste nacht ooit.
Toen we in de ochtend naar onze eigen dierenarts gingen, kregen we bevestigd wat ik al lang in de gaten had: Juup was vergiftigd. Hij heeft het rattengif waarschijnlijk al een week daarvoor binnen gekregen. Rattengif maakt langzaam een dier van binnen helemaal kapot. Daar merk je niets van, totdat het al veel te laat is en van binnen alles bloedt en kapot is. Onze eigen dierenarts wilde hem niet meteen opgeven en verwees ons door naar haar andere praktijk, waar iemand voor hem zou gaan zorgen en waar hij aan de zuurstof zou gaan.
Dat hebben we niet gered, want Juup is op mijn schoot onderweg in de auto gestikt. We hadden hem nooit kunnen redden en hij heeft ontzettend veel pijn gehad. Er is niets romantisch aan hoe een huisdier in je armen sterft. Het is verschrikkelijk.
Uitleggen, uitleggen, uitleggen
Alsof dit allemaal nog niet traumatisch genoeg was, begon daarna een heel ander hoofdstuk: het uitleggen. Steeds opnieuw. Op mijn werk moest ik gaan uitleggen waarom ik niet kon komen werken en waarom ik dacht dat ik wel meer dagen niet kon komen werken. Waarom ik eigenlijk voor de rest van mijn leven in bed wilde blijven liggen. Wat natuurlijk onaanvaardbaar was. Waarom ik een doorgejankte kop had. Waarom ik niet kon functioneren en onvriendelijk deed.
Het is heel frustrerend wanneer je met moeite iets aan het uitleggen bent en eigenlijk al in de gaten hebt dat de andere partij het niet begrijpt. Of wilt begrijpen.
De kleding die ik die nacht droeg, heb ik weggegooid. Het feit dat ik weet dat er iemand op deze wereld rondloopt die bewust mijn hond heeft vermoord, heeft ervoor gezorgd dat ik wantrouwig ben tegenover vrijwel iedereen. Ik ben nog meer introvert geworden dan dat ik al was en dat is al een kunst op zich. Zelfs nu kan ik op ieder moment in hysterisch huilen uitbarsten als ik denk aan al het bovenstaande. Ik weet ook niet of dat ooit zal veranderen.
En ook nu zullen er mensen zijn die bij zichzelf denken: waar maak je je nou druk om. Er zijn mensen die hun kind, moeder of vader zijn verloren. Daar moet ik heus wel aan denken en dan vraag ik mezelf ook heus wel af of ik me niet een beetje aanstel. Daarentegen heb ik het recht om de rest van mijn leven verdrietig te zijn om mijn beste vriend. In mijn geval een klein eigenwijs teckeltje. Leed kun je nooit met leed vergelijken. Ik vergelijk het verlies van Juup niet met het verlies van een mama, papa of kindje, maar ik mag er net zo goed verdriet om hebben.
Het is opvallend dat vooral de mensen die zelf nooit echt iets traumatisch hebben meegemaakt, de behoefte hebben om me duidelijk te maken dat ‘er wel ergere dingen zijn’. Terwijl de mensen die wél een dierbaar iemand (lees: hun mama, papa of kindje) zijn verloren, mij de liefste berichten sturen. Zij zeggen niet: ‘ja maar ik heb mijn mama verloren en dat is honderd keer erger’. Ze begrijpen het verdriet en veroordelen me niet. Dat zegt wel iets, denk ik.
Het rare is dat ik door zijn dood ook wel rustiger ben geworden. Ik hoef nu namelijk niet meer continu bang te zijn dat Juup iets zou overkomen. Dat was acht jaar lang mijn grootste angst. Op het moment dat Juup er niet meer was, was die angst verdwenen. Dat realiseerde ik me tijdens de weken na zijn dood.
Satésaus
Daarmee was eigenlijk nog niet alles klaar. Ik moest namelijk gaan beslissen wat er met Juup moest gebeuren. Die keuze was snel gemaakt, aangezien er niet zoveel opties zijn. Juup werd gecremeerd. Ik wilde dat eigenlijk niet, maar hem begraven of op een andere manier laten verwerken wilde ik óók niet. Er staat dus nu al twee jaar een plastic pot met as van mijn hond op mijn nachtkastje. Ik wilde hem namelijk graag op een mooie plek uitstrooien, dacht ik. Daarom heb ik niet voor een mooie urn gekozen, maar voor een plastic emmer waar de satésaus van Remia jaloers op zou zijn. Het zou toch maar voor ‘even’ zijn. Dat liep niet volgens plan. Ik krijg een halve paniekaanval wanneer ik aan uitstrooien denk. Verlatingsangst. Ironisch hè, hoe de rollen nu zijn omgedraaid.
Op de avond dat ik Juup zijn as mocht gaan halen, ging ik meteen ook even boodschappen doen. Ik kwam dus thuis met een zak boodschappen in de ene hand en de pot met as van Juup in de andere hand. Mijn vriend vroeg enthousiast of we die avond saté zouden eten. Een anekdote die ik nooit meer zal vergeten. Diezelfde pot heeft nog weken onder een deken op de bank gestaan als we niet thuis waren. Nu staat ‘ie op mijn nachtkastje. Ik heb een mooiere pot gekregen van mijn schoonvader, maar ik heb de moed niet om het om te wisselen.
Mening
Van mij mag iedereen die een dierbaar huisdier heeft verloren dit boek lezen. En alle mensen die ‘dan neem je toch gewoon een nieuwe’ durven te zeggen ook. Die vooral eigenlijk. Voor mij is het heel normaal om verdrietig te zijn over Juup en over andere dieren. En dat is eigenlijk ook het enige dat belangrijk is – ik hoef geen verantwoording af te leggen tegenover anderen over mijn verdriet.
Het is een mooi boek met mooie en herkenbare verhalen. Een compleet boek, omdat er zoveel informatie in terug te vinden is. Een waardevol cadeau voor iemand die net zijn dierbare huisdier is verloren of voor iemand die er nog steeds verdrietig over is. Al is het maar om te zeggen: je bent niet alleen! Veel dingen die beschreven staan zijn zo vreselijk herkenbaar. Dat is heel fijn.
Dit artikel is een soort eigen hoofdstuk geworden, met alle details over hoe het met Juup is verlopen. Dat was eigenlijk niet helemaal de bedoeling, maar ging een beetje vanzelf. Antoinnette is voor mij in ieder geval een heldin om over dit onderwerp zo’n mooi boek te schrijven en om zo openhartig te zijn over haar eigen verlies en verdriet. Dat geldt voor alle mensen die zo dapper waren om hun verhaal te delen in haar boek.
‘Dan neem je toch gewoon een nieuwe‘ is o.a. te koop bij bol.com.
Deze blogpost bevat affiliate links.
Mariëtte
Net als het boek is jouw verhaal over het verdriet na de dood van je hondje heel herkenbaar en een steun. Afgelopen zomer heb ik mijn 5e hond moeten laten gaan, het went nooit. Ook een hond die 18 jaar oud wordt geeft zoveel verdriet als hij sterft. Met name omdat je steeds dichter bij dat moment komt, en het ook weet.
De manier waarop jij je hondje hebt verloren is tragisch, traumatisch en het ergste wat ik me kan voorstellen. Heel veel sterkte hiermee.
Ellen
Ik heb het ook huilend gelezen. Het is niet “zomaar een dier”, maar je verliest een familielid. En wat een ziek persoon die zoiets doet. Waarom??
Onze hond is ook ooit vergiftigd geweest. De dierenarts zou hem in laten slapen als hij de dag erna niet was opgeknapt. Het was een grote hond, dus waarschijnlijk heeft hij weinig genoeg gif gehad om het toch te overleven. Hij is uiteindelijk gestorven aan kanker.
Ik weet dat je as kunt laten samenpersen tot het een steen (diamant?) wordt. Een oom en tante van me hebben dat laten doen. Misschien is dat iets voor je? Dan heb je hem altijd bij je.
Marjoleine
Jeetje, ik heb je verhaal met tranen in mijn ogen gelezen :-( Wat een horrornacht is dat geweest en ontzettend verdrietig dat Juup er niet meer is. Onvoorstelbaar ook dat mensen er geen begrip voor hebben, ik zou ook het liefst de rest van mijn leven in bed blijven als mijn hondje er niet meer zou zijn. Je hebt het prachtig opgeschreven!